Het polsgewricht bestaat uit handwortelbeentjes en de uiteinden van het spaakbeen en de ellepijp in de onderarm. Deze worden door bandjes (ligamenten) bij elkaar gehouden. Als de bandjes scheuren, kan er speling tussen de botjes ontstaan. De pols wordt dan instabiel. U kunt uw pols dan minder goed bewegen. Ook kan een instabiele pols pijn en/of slijtage veroorzaken. Afhankelijk van de ernst van uw klachten zijn de volgende behandelingen mogelijk:

• handtherapie: voor minder pijn en grotere belastbaarheid 
• krachttraining van de spieren in de onderarm
• operatie waarbij een gescheurd bandje met een gedeelte van de buigpees uit de pols hersteld wordt (Brunelli-plastiek)

Hoe bereidt u zich voor op behandeling van een instabiele pols?
De orthopedisch chirurg legt u goed uit hoe u zich op de behandeling, een eventuele operatie en de periode van herstel kunt voorbereiden.

Wat kunt u na de behandeling verwachten?
U krijgt na een operatie 12 weken (afneembaar) gips. U doet onder begeleiding van een handtherapeut oefeningen voor goed herstel. Het kan zijn dat uw pols na de operatie minder beweeglijk is. Ook kunt u na zo’n 10 tot 20 jaar last krijgen van slijtage in de pols.