De heupkop van het heupgewricht bestaat uit het bovenste deel (groeikern) en het onderste deel (overgang naar de hals van de heup). Daartussenin ligt de groeischijf (epifysair-schijf). Bij de aandoening epifysiolyse glijdt het bovenste deel van de heupkop over de groeischijf van het onderste deel. De aandoening komt vooral voor in de puberteit, bij jongens 2 tot 3 keer vaker dan bij meisjes. Uw kind kan door deze aandoening last hebben van spierzwakte en/of pijn in de knie of bovenbeen na (lang) lopen, staan of sporten. Om het afglijden te stoppen, is een operatie nodig.
Operatie bij Epifysiolyse Capitis Femoris
De orthopedisch chirurg in Alkmaar plaatst middenin de heupkop een schroef waarmee het bovenste gedeelte van de heupkop aan de rest van de kop vastgezet wordt. Als uw kind helemaal uitgegroeid is, wordt de schroef eventueel weer verwijderd. Het kan zijn dat het afglijden over de groeischijf plotseling optreedt. Het bovenste deel van de heupkop kan dan vaak eerst nog (deels) teruggezet worden, voordat de orthopedisch chirurg de schroef plaatst.
Hoe bereiden u en uw kind zich op behandeling van Epifysiolyse Capitis Femoris voor?
Het spreekt voor zich dat uw orthopedisch chirurg u en uw kind uitgebreid voorlicht over de operatie en de periode van herstel.
Wat kan uw kind na de behandeling verwachten?
Uw kind mag het been lange tijd niet belasten. Uw kind komt geregeld voor controle. Op röntgenfoto’s wordt het herstel bijgehouden. Daarbij is pijn een belangrijke graadmeter. Heeft uw kind geen pijn meer en zit de groeischijf goed vast? Dan mag uw kind zijn been wat meer belasten. Houdt u er rekening mee dat dit soms maanden kan duren.