Bij een platvoet rust de voetboog aan de binnenkant van de voet gedeeltelijk of helemaal op de grond. Dit komt doordat het zogenoemde lengtegewelf in de voet doorgezakt is, en de hiel naar buiten gekanteld is. Platvoeten komen veel voor. Er zijn 3 soorten platvoeten:

• soepele platvoeten: dit komt het vaakst voor
• vlucht-platvoet: dit is een platvoet door een te korte achillespees
• stugge platvoet: dit is een platvoet die ontstaat doordat voetbotjes met elkaar vergroeid zijn (aangeboren afwijking) 

Een belangrijk kenmerk van een soepele platvoet is dat deze vanzelf corrigeert als u op uw tenen gaat staan. Bij een stugge platvoet gebeurt dit niet. 

Alle kinderen worden met soepele platvoeten geboren. Soepele platvoeten bij kinderen gaan na verloop van tijd vanzelf over. Als kinderen ongeveer 12 jaar oud zijn, heeft de voetboog zich meestal normaal ontwikkeld.

Mogelijk heeft u bij platvoeten helemaal geen klachten. Maar het kan ook zijn dat u, afhankelijk van het type en het stadium, last krijgt van:

• pijn in de voet: meestal aan de binnenkant
• knie-, heup- en rugklachten
• scheefstaande enkel met na verloop van tijd slijtage (artrose) in de voet en enkel

Heeft u platvoeten door een te korte achillespees? Dan kunt u deze rekken en zo een platvoet helpen voorkomen. Verder heeft u mogelijk baat bij steunzolen of aangepaste schoenen. Soepele platvoeten bij kinderen veroorzaken meestal geen klachten, en gaan eigenlijk altijd vanzelf over. Anders dan vaak wordt gedacht, hebben steunzolen geen invloed op dit herstel. Het is dus niet zinvol dat uw kind bij soepele platvoeten steunzolen draagt.